top of page
signal-2023-07-20-161521_002.jpeg

VLAAMSCHE BEWEGING

De onderdrukking der Vlaamsche taal is van zeer oude dagteekening. Zij ving aan met de regering van het huis van Bourgondië en duurde onder alle bestuursveranderingen voort. Onder het Spaansche en Oostenrijksche juk was zij zeer hevig 1), maar het hevigste onder dat der Fransche Republiek en van het Fransche Keizerrijk 2).

 

Toen, ten gevolge van het Londensche traktaat van 7 Junij 1815, België met Holland vereenigd werden, onder den naam van het Koningrijk der Nederlanden en onder de regering van WILLEM I van Oranje, werd de Vlaamsche taal, die eigenlijk geene andere was en is dan de Hollandsche, in hare regten hersteld 3).

 

Zij, de moedertaal van het meerendeel der bevolking, werd als staats-, regts- en onderwijstaal erkend, terwijl de Fransche taal geene belemmering ondervond in de Fransch- en Waalsch-sprekende gedeelten des lands 4). Helaas werd deze, sints eeuwen de eerste, gelukkige gelegenheid tot het vrij gebruik der moedertaal miskend.

 

De vrees der katholijke geestelijkheid voor protestantsche, in het algemeen vrije denkbeelden, die zich voor eene met de Hollanders gemeename taal- en letterkunde konden verspreiden; verder de eigenbelangzoekende woelingen der vreemden en de ijverzucht van andere Staten jegens het opwassen van het jonge rijk tot eenen magtigen nabuur, dat zelfs wel eens de alleenheerschappij ter zee in de weegschaal konde stellen eindelijk de dwalingen en overijlingen der Hollandsche regering zelve bragten het zoover, dat het mogelijk werd, dat zich in het jaar 1830 België met geweld van Holland afscheurde en, in weêrwil van alle verdragen, deze scheiding, tot stand deed komen. Het Belgische Congres verhief den 4den Junij 1831 den prins LEOPOLD van Saksen-Coburg tot Koning, en de bemiddelende magten erkenden den 15den November deszelfden jaars België als Koningrijk.

​

Daar hoofdzakelijk de Fransche en Waalsche bevolking bij de omwenteling bedrijvig geweest waren, en de Franschen hen daarbij vriendelijk, als buren, geholpen hadden, zoo behield natuurlijk bij de nieuwe inrigting der zaken het Fransche element de overhand, en de Vlamingen stemden hiermede in, deels uit vrees, deels uit verblinding. Alles werd op Fransche wijze ingerigt: Fransche hofhouding, Fransch geld, Fransche maat en gewigt, Fransche wetgeving, Fransch bestuur, Fransch regt, Fransch krijgswezen, Fransche akademiën, Fransche hoogescholen, Fransche scholen! De Fransche taal werd die van den Staat, in weêrwil dat het 23° artikel der staats-regeling luidt: "l'Emploi des langues usitées en Belgique est facultatif; il ne " peut être règlé que par la loi, et seulement pour les actes de l'autorité publique et pour les affaires judiciaires 1).

​

1) Reeds den 16den October 1830 bepaalde het voorloopig Bestuur voor het leger: „La langue française, étant la plus généralement répandue en Belgique, sera la seule employée dans les commandements," en drong den 27sten Oct 1830 daar nogmaals op aan. Het beval den 16den November 1830: „Le bulletin officiel des lois et actes du gouvernement sera publié en français."

 

Alleen werd aan de gouverneurs in de Vlaamsche en Duitsche gewesten vergund, eene vertaling bij de bekendmakingen te voegen. Den 7den Februarij 1831 kwam de staatsregeling met het voor willekeurige uitlegging vatbare 23ste artikel! Koning LEOPOLD bepaalde eindelijk met betrekking tot ,, la sanction et promulgation ,, des lois:" Les lois seront insérées au Bulletin officiel, aussitôt après leur

​

In den grond zijn hierdoor aan de drie talen van Belgie (de Vlaamsche, Fransche en Duitsche) gelijke regten gewaarborgd. De regering echter, met hare ambtenaren en alle van haar afhankelijke Belgen, maakte dat facultatief (ieders goedvinden vrijgelaten), alleen voor zich geldende; nooit kwam de vrijheid der taal voor de Vlamingen tot verwezentlijking, en werd ook nooit door eene wet geregeld, zoo als het artikel der staatsregeling voorschrijft. En de Vlamingen lieten het toen zich welgevallen! Met regt maakt dienaangaande HÖFKEN de opmerking: Dit ten deele zich zelven opgelegde juk was geheel gemaakt om de Nederduitsche bevolking van België in " eenen vernederenden staat van onmondigheid ten onder te " drukken, in eenen Heloten-toestand, die het eergevoel en den #trots der edelen en welgezinden onder hen moest opwekken. " Wáárin de eigenlijke volksvrijheid ook bestaan moge, zij is #volstrekt onvereenigbaar met de onderdrukking der volkstaal, "al ware de in eene vreemde taal geschrevene en voltrokkene staatsregeling de denkbaar meest vrije!"

Welk schreeuwend onregt het was en is, een volk van zijne taal te berooven, het gelijk aan doofstommen te maken, wordt dan eerst regt duidelijk, wanneer wij de verkeerde verhouding leeren kennen, die hier tusschen de heerschende Franschen en de onderdrukte Vlamingen bestaat.

​

In het jaar 1824 telde men in de zuidelijke Nederlandsche Provinciën, zoo als die ten gevolge van het Koninklijk Besluit van 15 September 1819 en 26 October 1822 bestonden, meer dan 2 millioenen inwoners die Vlaamsch-, en slechts 1 millioen promulgation, avec une traduction flamande ou allemande, pour les communes où l'on parle ces langues; le texte français demeurant néanmoins seul officiel." Het Congres gaf een bewijs zijner groote geleerdheid, toen het de gronden opgaf, die het de Wet van 16 November 1830 deden ontwerpen: Considérant, d'autre part, que les langues flamande et allemande en usage parmi les ,, habitants de certaines localités, varient de province à province, et quelquefois ,, de district à district, de sorte qu'il serait impossible de publier un texte officiel des lois et arrêtés en langues flamande et allemande."

​

en 121,000 die Fransch en Waalsch spraken. Deze waren, volgens WILLEMS, (Verhandeling over de Nederduytsche Taelen Letterkunde. 2o Deel, bl. 384) in de verschillende provinciën verdeeld als volgt:

Volgens de telling in Januarij 1838 had het Koningrijk België 4.262.260 inwoners. Trekken wij daarvan het groothertogdom Luxemburg af, dan blijven er 4 millioenen over, en verdeelen wij deze weder over de verschillende provinciën, dan blijkt het, dat van ongeveer 24 millioen inwoners het Vlaamsch de moedertaal is en slechts 14 millioen Waalsch en Fransch spreken.

.....

1853.

Het WILLEMS'-fonds mag zich verheugen over eene steeds aanwassende deelneming. Het getal harer leden is gestegen tot 98. Deze Vereeniging heeft reeds negen werken van verschillenden inhoud ten behoeve des volks in het licht gegeven.

Het Taelminnend Studenten-genootschap te Gent geeft zijnen eersten Studenten-almanak uit, die echter ditmaal nog als Jaerboeksken voor 1854 (Gent, E. VAN DER HAEGHEN) verschijnt. In Brussel ziet het licht:

De l'importance de la langue flamande au point de vue national, littéraire, religieux et moral. (Par KERSTEN.) Bruxelles, H. GOEMAERE, 1853. (84 pagg.)

Ook in Holland ontstaat eene grootere deelneming voor de Vlaamsche beweging en komt deze in de dagbladen meer ter sprake. In een beknopt werkje wordt dit onderwerp opzettelijk behandeld; het is getiteld: "De Vlaamsche beweging; door 0. VAN REES. Utrecht, w. H. VAN HEIJNINGEN, 1853." (23 pagg.)

 

Zelfs in fransch Vlaanderen (in het Arrondissement van Duinkerken en Hazebrouck in het Departement du Nord) ontwaakt de liefde voor het Vlaamsch, dat altijd nog de tegenwoordige moedertaal is.

 

In Duinkerken wordt den 10den April 1853 een Comité flamand de France gevestigd, en den 24sten Augustus bekrachtigt de Minister de statuten. DE COUSSEMAKER, Regter aan het Geregtshof te Duinkerken, is president en JACOB GRIMM wordt benoemd tot eere-president. Den 21sten November spreekt de eere-president GRIMM eene dankrede uit voor de hem bewezen hulde, waarin hij onder anderen zegt: "La faculté vitale " de l'idiome flamand doit étonner; après des siècles et sous "l'influence dominante de la langue française, il conserve en" core toute sa vie et sa popularité. J'applaudis à toutes vos // recherches; votre sol est fécond et presqu' intact, vous ne " manquerez point de faire une abondante récolte.”

​

  • Facebook
  • Twitter
  • LinkedIn
  • Instagram
bottom of page